Noors brood dat onmogelijk kan mislukken van René Bakker
Hij leerde van zijn buurvrouw hoe je het moest maken, en nu bakt iedereen ‘zijn’ Noorse geen-kneed-brood. Omdat het niet kan mislukken, heerlijk smaakt en je er eindeloos mee kunt variëren. En je niet in de corona-rij voor de bakker hoeft te staan. Het mooiste is nog: René Bakker houdt niet eens van koken. Wel van eten.
Eten. Leuk om over te praten. Heerlijk om te doen. René Bakker – what’s in a name? – is net een hond: geef ‘m iets te kanen en hij is blij. Maar hij hoeft zijn maaltje niet per se zelf klaar te maken. Niet voor niets was hij één van de oprichters van Meals Unite, destijds een ‘nieuw sociaal platform waarmee je overal bij mensen thuis kunt eten (of thuis voor anderen kunt koken)’, dat helaas bleef steken in goede bedoelingen, en in de kwakkelhoek op Internet wacht om wakker te worden gekust door een nieuwe generatie gebruikers ‘die liever samen eten dan alleen’.
Enfin. Niet alles kan ook een succes worden en René is allang weer zoet met zijn nieuwe online-onderneming, We Meet, ‘de plek waar je unieke en veelal historische vergaderlocaties in maatschappelijk vastgoed vindt waar je zelf niet direct op was gekomen, laat staan dat je had geweten dat ze te huur waren en hoe je dat – voor een redelijke prijs – had moeten regelen’.
Maar we dwalen af. René is niet bijzonder dol op koken en stond dus niet te springen toen zijn Noorse overbuurvrouw hem op een borrel wilde leren hoe hij brood moest bakken. Want brood bakken, wist René, daarmee hebben al heel wat amateurs schipbreuk geleden. Niet met dit speciale geen-kneed-brood, bezwoer buurvrouw, haar hele dorp in Noorwegen maakte het zo klaar, in de gietijzeren braadpan, en het mislukte echt nooit. Ze nam hem bij de hand en samen maakten ze haar brood en het lukte en de rest is geschiedenis.
Want de Corona brak uit en de rijen bij de Amsterdamse bakker waren lang en René houdt niet van wachten. En zo bakt hij dus al maanden het brood voor zijn gezin, ‘geen supermarktbrood maar wel lichtbruin, luchtig en met een knapperige korst.’ En het grappige is: iedereen die hij erover vertelt, probeert het ook! Zo is er een neefje in Japan, die kan het nu. Een zwager in Frankrijk, die wil nooit meer anders. Nog een zwager, gewoon in Amsterdam, maar die durft de deur niet uit – helemaal uit de brand geholpen met zijn zelfbakbrood.
En iedereen stuurt elkaar foto´s van de meest recente baksels en slaat volop aan het experimenteren met meel, zaden, vlokken, pitten, gist en wat al niet, al naar gelang van de smaak en het karakter van de bakker en de samenstelling van het gezin. Het is een olievlek die nu ook tegen de kade van onslievelingsgerecht aanklotst. Het is het recept van de Noorse buurvrouw van René Bakker. En van hem. En binnenkort van ons.
René Bakker is co-founder van We Meet, een gloednieuwe online gids voor bijzondere vergaderlocaties in maatschappelijk vastgoed, en de Nederlandse vertegenwoordiger van het Oekraïense digitaal (UI/UX) product design-bureau The Gradient. Hij heeft een vrouw en twee kinderen.
Ingrediënten
Benodigdheden:
- oven
- grote mengkom
- houten lepel (bij voorkeur met een gat erin. Het gat in de pollepel zorgt ervoor dat het gerecht beter mengt en dat er minder klontjes in een mengsel blijven zitten.)
- deegschraper
- ovenbestendige pan (gietijzer)
- plastic folie & bakpapier
Ingrediënten:
- 450 gram bloem (je kunt alle soorten mengen – spelt, grof, rogge – als het maar ten minste 50% fijne tarwe is)
- 50 gram haverzemelen (havreakli)
- 150 gram zadenmengsel
- ½ theelepel droge gist of 8 gram verse gist
- 1,5 theelepel zout
- 4 tot 5 dl water
Bereidingswijze
- Doe alle droge ingrediënten, behalve het zout, in een mengkom, roer een paar keer goed om met een houten lepel met-gat-erin. Doe het water erbij, en meng met dezelfde lepel tot een deeg. Doe er tot slot het zout bij, en roer nog zo’n minuut goed door. Dek af met plasticfolie, of een vochtige theedoek, en laat zo’n 12 tot 20 uur rusten.
- Leg een flink stuk bakpapier op het aanrecht en strooi er ruim bloem op. Haal het deeg uit de kom en vouw het 4-5 keer naar het midden, met behulp van een pannenlikker. Zorg ervoor dat er steeds ruim bloem onder het deeg ligt.
- Leg het deeg met de vouwnaad naar beneden op het met ruim bloem bestoven bakpapier. Dek losjes af met een stuk plastic folie, en keer de mengkom eroverheen. Laat weer zon 1½ tot 2 uur rusten. Het deeg is dan ongeveer verdubbeld.
- (Korte weg van René: vouw het deeg om in de kom en laat het weer afgedekt rusten. Doe een beetje bloem onder in de pan nadat je deze uit de oven haalt (anders verbrandt de bloem) en kieper het deeg er vanuit de kom rechtstreeks in.)
- Verwarm een half uur voordat het deeg klaar is met rusten, de oven voor op 250C. Zet direct de ijzeren pan mét deksel in de oven zodat deze ook voorverwarmt.
- Haal de pan uit de oven, en keer direct het bakpapier met deeg om in de pan, doe het deksel erop, en zet de pan terug in de oven.
- Haal na 30 minuten het deksel van de pan, temper de temperatuur naar 220 ºC en laat het brood nog zo’n 15 minuten bakken.
Wat vonden wij ervan?
Bekentenis: ik ben de man die presteert wat niet voor mogelijk werd gehouden: dit recept verkloten. Hoe? Door in een vlaag van verstandsverbijstering het deeg twaalf uur in de koelkast te zetten. Terwijl gist toch heus warmte nodig heeft om het deeg te laten rijzen. We hebben het deeg nog gereanimeerd en het eindresultaat was compact maar evengoed nog heel eetbaar en gaar, maar ik schaam me diep. Maar: ik heb revanche op mezelf genomen en het brood nog een keer gebakken. Omdat opscheppen niet in mijn aard ligt, laat ik mij graag wat welverdiende veren in mijn kont steken door Marcel. Kom maar op!
Ik heb mijn pogingen om zelf luchtig brood te bakken enkele jaren geleden voorlopig gestaakt. Als ik even onbescheiden mag zijn: een restaurantwaardige maaltijd op tafel zetten, dat kan ik echt wel. Maar het is mij tot op heden niet gelukt om een brood te bakken waarvoor een zichzelf respecterende bakker geld zou durven vragen.
Het brood waar Jan mee kwam aanzetten, daar betalen mensen tegenwoordig grif voor. Brood van vroeger, in de beste zin van het woord. Oerdegelijk, ambachtelijk, rustiek. En het beste van alles: buitengewoon smaakvol en luchtig. Voor de bakker!
Deel dit lievelingsgerecht
Dit vinden wij ook héél lekker (en jij vast ook)
Zeeduivel met een saus van gin en jeneverbessen
Pieter Broertjes is de burgemeester van Hilversum. Hij kookt graag, maar door de week komt hij daar niet aan toe. In het weekend wel, dan scharrelt hij wat restjes bij elkaar en daar weet hij altijd wel wat moois van te maken. En soms slooft hij zich echt uit met een recept als dit. Het is zijn lievelingsgerecht: zeeduivel met een heerlijke saus van gin en jeneverbessen.
Entrecôte à la Bordelaise van Tonny Eyk
Musicus, dirigent, componist, orkestleider, schrijver, tv-persoonlijkheid, kok, fijnproever en kookboekenverzamelaar Tonny Eyk (80) kan niet veel waardering opbrengen voor ‘culinair recensenten’ die alles maar umami vinden en kotsen op de nagedachtenis van Paul Bocuse. Doe Tony maar de eerlijke, klassieke keuken, met een mooi stuk vlees en – vooral – een saus die staat als een huis.
Blokzijler Brok van Majella Le Blanc
Ga nou niet in Blokzijl vragen om een Blokzijler Brok als je deze koek zelf hebt gebakken en als je die, net als wij, heerlijk vond. Kennen ze niet in Blokzijl. Het recept komt van de moeder van Majella Le Blanc. Die bakte ze vroeger voordat het gezin op vakantie ging, lekkers voor onderweg. De naam ontleende zij aan de mensen die altijd met het gezin meereisden: die kwamen uit Blokzijl. Wij maakten een hele bakplaat vol en genoten er nog dagen van. Heerlijk.