Rode bietensalade van Tanja Jess
Actrice Tanja Jess (54) staat natuurlijk in ons geheugen gegrift als de gemene maar begeerlijke Bowien Galema uit GTST, of anders wel vanwege haar tweevoudig verschijnen (´Volgens mij ben ik de enige die ooit in twee achtereenvolgende edities heeft gestaan’) in de Nederlandse Playboy. Maar dat was toen en dit is nu. Vandaag viert Tanja triomfen op de Duitse tv, hopelijk binnenkort weer in het theater, met haar eigen Podcast en natuurlijk: met de bietensalade van haar omi.
Die omi, dat was haar Duitse oma van moederszijde. Ze is nu dood, 99 geworden. Eigenlijk een tweede moeder, ‘we waren als kind vaak bij haar’, en een pittige dame, net als Jess’ moeder, haar oudere zus, en zij zelf, eigenlijk. Vaak wel even slikken voor de mannen in hun leven, ‘een beetje doordrammerig, we gaan door tot er gebeurt wat wij willen.’ Al was het maar om er vanaf te zijn. ‘We zeggen altijd: “Je krijgt er ook heel veel voor terug”. Maar Charly kan er goed mee overweg, hoor en zij zijn dol op hem.’
Charly is Charly Luske, levenspartner, vader van hun twee kinderen, creatieve duizendpoot en podcast-collega van onze eigen Jan Heemskerk. Hij is naar eigen zeggen zielsgelukkig met zijn maatschappelijk geëngageerde vrouw, en ze delen grotendeels hun opvattingen en zorg over de ongelijkheid in de samenleving. Hij zou toch nooit meer anders willen, en dat na 21 jaar.
Koken, dat doet hij, in weerwil van de gewenste seksegelijkheid in huize Jess-Luske, niet of nauwelijks. Zegt Tanja vergoelijkend: ‘Bij ons ben ik de kok. Charly kan wel een paar dingen, ik leer hem af en toe ook wel eens wat, maar ik heb hem eigenlijk culinair klein gehouden door het eten naar mezelf toe te trekken. Dat scheelt mij weer taken waar ik geen zin in heb. Charly is in charge van de was en het strijkgebeuren’.
En wat dan zo grappig is: dáár krijgt ze commentaar op van andere vrouwen. “Durf jij je man de was te laten doen!” Hij heeft een IQ van 140, dus waarom zou het hem niet lukken om een wasmachine te bedienen? Maar je bent geen echte vent als je strijkt. Je bent als man geen watje als je kookt, dat mag, maar goed zijn in de was doen is raar. Het wordt hoog tijd dat we dat doorbreken.’
Dingen doorbreken, dat wil ze ook met haar werk. Met de voorstelling Mijn man begrijpt me niet bijvoorbeeld, een ‘humoristisch toneelstuk vol herkenbare situaties’ waarin ze in de rol van een zweverige zelfbenoemde relatiecoach een vrouwenvragencursus aan Victoria Koblenko en Anouk Maas geeft. Natuurlijk staat de voorstelling door corona al tijden op pauze, maar er gloort volgens de laatste berichten hoop aan de horizon. En anders is er nog de Duitse serie Der Amsterdam Krimi in opdracht van ARD, waarin ze de burgemeester van Amsterdam vertolkt – ook een klus voor een sterke vrouw. En tenslotte kan de liefhebber van een goed gesprek ook nog terecht bij Kaarten op tafel, de podcast van Tanja, waar een zo gevarieerd mogelijk drietal bekende vrouwen uit verschillende generaties intieme zaken openhartig bespreekt met als doel te verbinden en taboes te doorbreken.
Brengt ons op de bietensalade. Wat is daar zo bijzonder aan? ‘Niet zo veel. Hij is gewoon heel lekker. Fris. Ik mag hem eigenlijk zelden maken, want iedereen in het gezin vindt bieten vies. Dus maak ik hem af en toe maar voor mezelf. En dan denk ik aan mijn oma’.
Ingrediënten
Voor vier personen
- 500 gr rode bieten (voorgekookt kan, zelf koken is lekkerder)
- 2 eetlepels zilveruitjes
- 1 appel
- 4 à 5 augurken
- 1 bakje Hüttenkäse (200gr)
- 1 eetlepel mayonaise
- naar smaak peper en zout
Bereidingswijze
Snijd de voorgekookte bieten in stukjes,
Ongekookte bieten? Beter! Kook ze 40 tot 60 minuten, afhankelijk van de grootte, de soort en het seizoen. Grotere bieten kook je langer en in de zomer als de bieten vers van het land komen is de kooktijd wat korter.
Schil/pel de gekookte bieten en snijd deze in blokjes (grof of wat fijner, net wat je lekker vindt.
Schil de appel en snijd die ook in stukjes/blokjes.
Snijd de augurken in plakjes.
Hussel de bietenstukjes, appelstukjes, augurkenplakjes, zilveruitjes, mayo en Hüttenkäse door elkaar, voeg peper en zout naar smaak toe, doe er eventueel een scheutje azijn uit het potje augurken bij. Nogmaals husselen en klaar ben je.
Wat vonden wij ervan?
Wat ik vond? Een klassieke salade met een potente portie zuur. En zo lust ik hem graag, mijn bietensalade. Liefst ook met zelfgekookte bieten, want die geven toch een iets gelaagdere smaak dan het voorverpakte en -gegaarde variantje. Heb je toevallig ook nog haring op tafel staan, kun je helemaal je lol op. Hoe lekker simpel kan zijn!
Supersimpel, klaar in een handomdraai en erg smakelijk. Prima kostje voor bij een barbecuefeestje ook. Veel meer valt er eigenlijk niet over te zeggen, zoals Tanja Jess ook zelf aangeeft. Niks mis mee.
Deel dit lievelingsgerecht
Dit vinden wij ook héél lekker (en jij vast ook)
Pasta al ragù (bolognese) van Sarah Puozzo
De allerlekkerste bolognesesaus maak je zelf met dit recept van Sarah Puozzo, half Vlaams en half Venetiaans, getooid met de officiële titel Master of Pasta. Sarah ontfutselde dit recept aan een kok genaamd Mario – hoe zou hij ook anders hebben moeten heten? – uit de Emilia-Romagna. Deze regio in het noorden van Italië is de kraamkamer van de bolognesesaus die men daar ragù noemt. Mocht je eens in Bologna zijn, verlaat de stad dan zeker niet zonder een goed bord dampende pasta al ragù te hebben geproefd. En wil je gewoon nú zelf de lekkerste bolognesesaus maken? Hierzo, met dit recept voor het lievelingsgerecht van Sarah zet je het zo op tafel.
Koninginnepasteitjes met ragout van Ronald Giphart
Het is nostalgie op een bord: ragout. Ronalds moeder weigerde om fabrieksblubber uit een blik op te warmen. Weinig in de keuken zo eenvoudig als
Jambalaya op z’n Hollands van Christel Hoeflaken
Haar vader vond het recept ooit in de Libelle en wilde het meteen uitproberen. Het werd het lievelingseten van het hele gezin, en één van de drie ‘exotische’ gerechten die ooit de deur binnenkwamen bij Christel Hoeflaken en haar ouders. En de jambalaya smaakt tot op heden best! ‘Ik heb het zo langzamerhand wel honderd keer gegeten!’