Risotto met zeekraal en avacado
Ze heeft niet veel tijd, dus koken komt er niet vaak van. Toch moet je Splinter-politica Femke Merel van Kooten niet onderschatten, want ze heeft de genen van haar oma, die ooit een fiets won met haar goulash. Wie voor het eerst bij Femke Merel over de vloer komt, maakt grote kans haar gevierde zeekraalrisotto te eten te krijgen. Die lukt altijd, is lekker en echt iets bijzonders. Vandaar.
Femke Merel van Kooten, zeg maar Femke Merel, want dat is haar voornaam, niet Femke, niet Merel of FM, waarmee ze ook vaak wordt aangesproken. Gewoon Femke Merel is prima, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal vanaf 2017, oorspronkelijk namens de Partij voor de Dieren, en nu, na wat ongelukkige omzwervingen, als onafhankelijk kamerlid en lijsttrekker bij de gloednieuwe brede middenpartij Splinter, die een gooi naar de zetels gaat doen bij de aanstaande verkiezingen.
Iedereen vindt het lekker, het is mooi, snel en niet alledaags: echt iets bijzonders
Splinter. Die naam getuigt van humor, altijd een pre in de politiek, dus kleurrijke Femke Merel heeft goede moed en durft te hopen op één tot twee zetels. Ze vertrouwt erop dat de verweesde kiezer, de teleurgestelde weglopers bij VVD en PvdA, de weg zullen weten te vinden naar haar links-noch-rechts want zowel-liberaal-als-sociaal-democratisch geluid. ‘Je hebt een rechter- en een linkervleugel nodig om te vliegen’, mag Van Kooten graag zeggen.
Ook culinair moeten we Femke Merel niet onderschatten: ze kookt niet vaak – druk met haar werk – maar bezit wel een paar meter kookboeken die ze heus wel eens ter hand neemt als het reces is. Of als man Frank erop aandringt. En reken maar dat het dan prima smaakt. Haar culinaire genen heeft ze namelijk van haar oma van moederszijde, waar ze in haar jeugd vaak lang logeerde, en waar de hele familie graag en veel kwam eten, omdat ze fantastisch kon koken, oma. Getuige bijvoorbeeld haar gevierde goulash, waarmee ze in een receptenwedstrijd ooit nog een fiets had gewonnen. Oma is helaas kortgeleden overleden aan Covid.
Haar moeder, zegt Femke Merel, was meer een kookwekkerkok. Die niet het geduld kon opbrengen om erbij te blijven staan tot het eten gaar was. ‘Ze zette dan bijvoorbeeld twee wekkers, één voor de aardappelen en één voor de sperziebonen, en miste ze allebei omdat ze in de kamer ging staan stofzuigen.’
Femke Merel zelf had graag de kunst van oma willen leren, maar daar was oma niet van – de keuken was haar domein, en van niemand anders. Dus is Femke Merel autodidact, en uiteraard vegetariër na 15 jaar trouwe dienst bij de Partij voor de Dieren. En dat had ook zomaar veganistisch kunnen worden, als ze niet allergisch was geweest voor sommige supplementen. Haar lievelingsgerecht is dan ook kei-vegan: zeekraalrisotto, eigenlijk een visrisotto zonder vis, anders dan anders, frisser en zoutiger. Ik heb het recept alweer acht jaar geleden gevonden bij blogger ikbenirisniet.nl en ik maak het met grote regelmaat klaar, vooral als er nieuwe mensen komen eten. Want iedereen vindt het lekker, het is mooi, snel en niet alledaags: echt iets bijzonders!’
Femke Merel van Kooten (37) behaalde haar bachelor rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht en is op het moment van schrijven dezes ongebonden Kamerlid en lijsttrekker van Splinter. Fun detail: toen ze voor het eerst voor haar Frank kookte, maakte zij de risotto klaar die op deze pagina prijkt. Het leverde het paar zoon Olivier op.
Ingrediënten
voor 2 personen
- 200 gram risottorijst
- 1 sjalot of ui
- 2 teentjes knoflook
- flinke scheut droge witte wijn
- 0,75 liter groentebouillon (bouillonblokje)
- 50 gram zeekraal
- 1 avocado, in blokjes
- een paar takjes verse peterselie, fijngesneden
- 1 tl verse dille
- 1 tl mosterdzaad (fijn gemalen)
- sap van een halve citroen
- plantaardige boter
- Optioneel: sesamzaadjes, ter garnering
Bereidingswijze
- Snipper de ui en hak de knoflook fijn. Smelt een flinke klont plantaardige boter in een hapjespan of wok en fruit de ui en de knoflook. Voeg de risottorijst toe en laat deze even glazig bakken. Zodra de rijst alle boter heeft opgenomen, blus je deze af met een flinke scheut droge witte wijn.
- Als de rijst alle wijn heeft opgenomen voeg je een soeplepel bouillon toe. Voeg ook het gemalen mosterdzaad en schep de rijst voortdurend om. Telkens als de rijst het vocht heeft opgenomen, doe je er weer een soeplepel bouillon bij. De rijst mag geen moment droog komen te staan. Het garen van de risotto duurt ongeveer twintig minuten. Je moet erbij blijven en vooral ook proeven of de rijst al gaar is. Risotto moet van je bord af kruipen, moet lekker smeuïg zijn.
- Voeg de zeekraal vijf minuten voordat de risotto klaar is toe en blijf roeren.
- Breng op smaak met zeezout en versgemalen zwarte peper.
- Als de risotto beetgaar is, zet je het vuur uit. Schep de blokjes avocado er voorzichtig doorheen. Voeg ook de
de peterselie, de dille en het citroensap toe. Dien meteen op en garneer eventueel nog met wat sesamzaadjes en extra zeekraal en dille.
Wat vonden wij ervan?
Om nou te zeggen dat deze risotto met zeekraal en avocado nou het nieuwe gerecht wordt waarmee ik iedere nieuwe gast van tafel ga knallen, nee. Daarvoor biedt hij toch te weinig spektakel op het bord en is de smaak iets te weinig gelaagd. Wil ik daarmee zeggen dat ik dit frisgroene hapje direct de culinaire vergetelheid wil smijten? Hell, no! De rijst en de zeekraal gaan onverwacht mooi samen en de avocado, die ik toch niet elke dag lauwwarm naar binnen werk, geeft een romige toets en een milde smaak die veel minder vreemd is dan je zou verwachten. Prima gerecht voor de tweede keer dat die mensen kom eten. En voor zomaar op een balansdag.
Risotto is altijd feest. Het mondgevoel van de wat plakkerige rijst is vrijwel onovertroffen.
Vlees in de risotto, nee dank u. Een risotto met zeevruchten is eigenlijk de enige niet-vegetarische versie die ik wel eens maak. Voor de rest: altijd zonder vlees of vis. Deze variant kende ik nog niet en hij is beslist de moeite waard. Avacado en zeekraal gaan mooi samen. Ik zou zelf wel royaler zijn met de kruiden. De mosterdsmaak proefde ik niet terug in het gerecht, daar is meer dan een theelepel voor nodig. En ik zou er zeker ook iets pittigs aan toevoegen, dat maakt het gerecht spannender. Van wat Spaanse peper knapt het flink op.
Deel dit lievelingsgerecht
Dit vinden wij ook héél lekker (en jij vast ook)
Witvis uit de oven met een aardappel- en tomatensalade
Carlijne van Popering is schrijver en samensteller van een erotisch kookboek. Haar lievelingsgerecht is onlosmakelijk verbonden met haar grote Griekse liefde. Gewoon een heerlijk visje met een hele gewone maar erg lekkere salade. Geen feestgerecht hoor. Geregeld op tafel zetten, maak je iedereen blij mee.
Rode bietensalade van Tanja Jess
Actrice Tanja Jess (54) staat natuurlijk in ons geheugen gegrift als de gemene maar begeerlijke Bowien Galema uit GTST, of anders wel vanwege haar tweevoudig verschijnen (´Volgens mij ben ik de enige die ooit in twee achtereenvolgende edities heeft gestaan’) in de Nederlandse Playboy. Maar dat was toen en dit is nu. Vandaag viert Tanja triomfen op de Duitse tv, hopelijk binnenkort weer in het theater, met haar eigen Podcast en natuurlijk: met de bietensalade van haar omi.
Pasta al ragù (bolognese) van Sarah Puozzo
De allerlekkerste bolognesesaus maak je zelf met dit recept van Sarah Puozzo, half Vlaams en half Venetiaans, getooid met de officiële titel Master of Pasta. Sarah ontfutselde dit recept aan een kok genaamd Mario – hoe zou hij ook anders hebben moeten heten? – uit de Emilia-Romagna. Deze regio in het noorden van Italië is de kraamkamer van de bolognesesaus die men daar ragù noemt. Mocht je eens in Bologna zijn, verlaat de stad dan zeker niet zonder een goed bord dampende pasta al ragù te hebben geproefd. En wil je gewoon nú zelf de lekkerste bolognesesaus maken? Hierzo, met dit recept voor het lievelingsgerecht van Sarah zet je het zo op tafel.