Jambalaya op z’n Hollands van Christel Hoeflaken
Haar vader vond het recept ooit in de Libelle en wilde het meteen uitproberen. Het werd het lievelingseten van het hele gezin, en één van de drie ‘exotische’ gerechten die ooit de deur binnenkwamen bij Christel Hoeflaken en haar ouders. En de jambalaya smaakt tot op heden best! ‘Ik heb het zo langzamerhand wel honderd keer gegeten!’
Nederlandse vrouwenbladen hebben – dat staat buiten kijf – veel betekend voor het emanciperen van de Nederlandse keuken. Zonder Libelle, Margriet en met name het legendarische Tip Culinair was de huisvrouw van de lage landen nooit verder gekomen dan een droefgeestige AGV (aardappelen, groente, vlees), of op zijn best een laffe macaroni met ham uit blik.
De moeder van enig kind Christel Hoeflaken (49) uit Nieuwegein wás zo’n vrouw van AGV, nasi, bami, macaroni, punt. Het was dan ook Christels vader – ‘hij leeft inmiddels al bijna 25 jaar niet meer’ – die het recept dat ze ons toezond ‘ergens jaren tachtig’ tegenkwam in de Libelle en het per se wilde uitproberen. ‘Het werd één van onze favoriete gerechten,’ zegt Christel. ‘De andere twee waren Chili con Carne en prei met kapucijners, gehaktballetjes en kerriepoeder, maar niets kon tippen aan de jambalaya’.
Misschien hier even goed om te vermelden dat tijdschriften het destijds niet altijd even nauw namen met de originele receptuur van iconische gerechten, vermoedelijk om de kloof tussen eerlijke Hollandse kost en de nieuwe exoten niet al te diep te laten gapen. De echte jambalaya-kenner zal zich dan ook mogelijk niet helemáál herkennen in dit recept, maar een kniesoor die daarop let. Als het goed genoeg is voor de familie Hoeflaken, is het goed genoeg voor ons. Bovendien is het erg lekker en deed het ons denken aan de eenpansgerechten van onze studietijd.
Even toch: de originele jambalaya is – zegt Wikipedia – afgeleid van de Spaanse paella en ontstaan in Louisiana (VS). Om jambalaya te bereiden kookt men rijst, groente en vlees samen in een pan. Het vlees bestaat vaak uit gerookte worst, kip, ham of zelfs – in Louisiana – schildpad of alligator. Ook schelp en schaaldieren maken vaak deel uit van het gerecht. Gehakt, zoals in ‘ons’ recept, bij ons weten nooit.
Wat vindt Christel er precies zo lekker aan, dat maakt dat deze jambalaya nog regelmatig haar eettafel siert? ‘Knolselderij. Beter gezegd: de combinatie van de knolselderij met de in bouillon gaar gestoomde rijst, samen met alle andere groenten en rul gehakt. Maar vooral knolselderij. Die geeft deze jambalaya een subtiel extraatje. Trouwens: iedereen die het in de afgelopen jaren gegeten heeft, heeft om het recept gevraagd en is het daarna zelf gaan maken.’ En heeft Christel Hoeflaken dan nog meer heerlijke gerechten voor ons? Niet echt. Christel moet enigszins beschroomd toegeven dat ze zelf ook niet zo’n ‘foodie’ is. En man Paul is ook meer van de gestampte pot, en dan met name hutspot. Oerhollands? ‘Behalve als we laten bezorgen, dan eten we Duits: de beste schnitzel op aarde vind je bij Duits restaurant Kartoffel in Utrecht.’
Christel Hoeflaken (49) is office manager bij een producent van tandheelkundige apparatuur, woont in Nieuwegein, is getrouwd met Paul (52) en heeft twee katten. Christel stuurde haar recept ongevraagd maar bijzonder gewenst en gewaardeerd naar ons op. Ook met je lievelingsgerecht op deze site? Geef je op via dit formulier.
Ingrediënten
Voor 4 personen. Bereidingstijd: circa 35 minuten.
- 200 gram (zilvervlies)rijst
- 200 gram uien
- 2 teentjes knoflook
- 2 paprika’s (1 rode en 1 groene)
- 3 preien
- 1 kleine knolselderij
- olijfolie
- 400 gram rundergehakt
- ongeveer 1 liter runderbouillon
- 1 theelepel zwarte peper
- 1 theelepel zout
- 2 theelepels (of meer, naar smaak) paprikapoeder
- ½ chilipoeder (of meer, naar smaak)
- 1 blikje tomatenpuree
Bereidingswijze
- Snijd de uien fijn, de knoflook zeer fijn, snijd de paprika in kleine stukjes, de prei (goed wassen) in dunne ringetjes) en de knolselderij in kleine blokjes.
- Fruit de ui en de knoflook in een flinke scheut olijfolie in een hapjespan. Niet bruin laten worden, alleen glazig.
- Voeg de rijst ongekookt toe aan de pan en laat deze twee minuten iets kleuren op middelhoog vuur.
- Bak in een koekenpan op hoog vuur het gehakt rul en voeg het toe aan de uien, knoflook en rijst.
- Voeg ook alle gesneden groente toe en laat deze even meebakken.
- Voeg het zout, de peper, paprikapoeder, chilipoeder en tomatenpuree toe.
- Houd het vuur middelhoog en voeg een soeplepel bouillon toe. Doe geen deksel op de pan. De bouillon zal steeds opgenomen worden door de rijst en er verdampt vocht. Voeg steeds nieuwe bouillon toe, net zo lang totdat de rijst beetgaar is. Het resultaat moet smeuïg zijn, niet te vochtig. Vergelijkbaar met paella en risotto.
Wat vonden wij ervan?
Wij hadden thuis ook zo’n exotisch gehakt-en-groente-gerecht, al was dat meer een vernederlandste Marokkaanse ovenschotel met een een omelet on-top. Niks bijzonders, maar wat waren we er dol op. Gewoon, omdat het anders oogde en rook, en van een vreemd en ver land vandaan kwam. Volgens mij heette het Menazzaleh, maar daar wil ik af wezen. Een hoeraatje voor alle toegankelijke gerechten van de wereldkeuken, die ons een eerste kontje hebben gegeven op de culinaire wenteltrap.
Oordeel niet te snel als je tijdens het bereiden van dit gerecht tussentijds proeft. De smaak moet zich echt ontwikkelen tijdens het garen. Ik ben geen groot liefhebber van knolselderij, maar in dit gerecht kan ik die smaak echt waarderen. Die is zeker niet dominant en het muffige aroma dat mij in deze knol vaak tegenstaat, bespeur ik niet meer in het opgediende gerecht.
Ik vond het gewoon erg lekker. Deze jambalaya zou in mijn studentenhuis in de jaren tachtig ongetwijfeld een zeer geliefde maaltijd zijn geweest, maar wij kenden het niet. Veel van die studententijdgerechten – met chili con carne natuurlijk als by far het meest gegeten – begin ik stilaan te herontdekken en te herwaarderen. Allemaal van die eenvoudige maar lekkere door-eters. Van deze jambalaya had ik geheid nog een keer flink opgeschept. Een perfecte bodem voor wat er later die avond nog allemaal geconsumeerd diende te worden.
Deel dit lievelingsgerecht
Dit vinden wij ook héél lekker (en jij vast ook)
Spaghetti alla puttanesca, salade caprese en bruschetta met Nutella van Gregor Christiaans
Volgens Gregor Christiaans – en hij is waarlijk een kenner – dient een mens altijd drie flessen olijfolie in huis te hebben: fris, medium en vol fruitig. En daar moet je dus flink mee experimenteren. Op de vraag wat zijn lievelingsgerecht is, krijgen we – logisch – een antwoord in drievoud retour: een salade Caprese met een delicate, hooiachtige Griekse olijfolie, een spaghetti Puttanesca met een robuuste olie uit Ligurië en een warme bruschetta met Nutella, grof zeezout en een stevige olijfolie uit Spanje met een nasmaak van banaan en amandel. Nou, vooruit dan, we maken ze alle drie. Omdat het allemaal zo verschrikkelijk lekker is.
Zachtgegaarde Oosterscheldekreeft met asperges, doperwtjes en een jus van kropsla van Robert Poel
De Oosterscheldekreeft is wat ons betreft een lekkernij van de allerhoogste categorie. Robert Poel, chef-kok van sterrestaurant Voltaire, schotelde ons een kreeft voor zoals we niet eerder hadden geproefd. Een prachtig bord bovendien. Een schitterende uitdaging voor elke hobby-kok.
Picanha al trapo van Harald Poelstra
Als je zo fanatiek barbecuet als Harald Poelstra, dan komt er een moment dat je eens iets geks wilt doen met een picanha. En dan verzin je dus picanha al trapo, een variant op lomo al trapo – heel hip in bbq-land. Lomo al trapo is een Colombiaanse klassieker, een mooi gekruide ossenhaas met een flinke zoutkorst in een doek gewikkeld die met rode wijn is doordrenkt en die je direct op de hete kolen bereidt. En picanha al trapo is dus precies hetzelfde, maar dan met een picanha. O nee, Harald doet nog iets eigenzinnigs: de wijn vervangt hij door bier. En dit alles is niet zomaar een beetje lekker, dit is zijn absolute bbq-lievelingsgerecht.